Logische symbolen

Uit Systeemmodellering
Versie door PieterBots (overleg | bijdragen) op 4 nov 2020 om 16:51 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" |- ! Symbool ! Naam ! Spreek je uit als ! Uitleg ! Voorbeelden |- | align=center|<div style="font-size:200%;">⇒</div> | align=center|Implicat...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Symbool Naam Spreek je uit als Uitleg Voorbeelden
Implicatie impliceert;
als ... dan ...
De bewering AB is alleen onwaar als A waar is, en B onwaar. x = 2  ⇒  x2 = 4 is waar, maar x2 = 4  ⇒  x = 2 is in het algemeen onwaar (want x zou −2 kunnen zijn).
Equivalentie dan en slechts dan als;
betekent hetzelfde als
De bewering A ⇔ B is alleen waar als A en B beide waar zijn, of als A en B beide onwaar zijn. x + 5 = y + 2  ⇔  x + 3 = y
¬
Ontkenning niet De bewering ¬A is waar dan en slechts dan als A onwaar is.
Een / door een andere operator heen betekent hetzelfde als ¬ ervoor.
¬(¬A) ⇔ A
x ≠ y  ⇔  ¬(x = y)
Conjunctie en De bewering AB is waar als A en B beide waar zijn; anders is hij onwaar. n < 4  ∧  n > 2  ⇔  n = 3 indien n ∈ ℕ.
Disjunctie of De bewering AB is waar als A of B (of beide) waar zijn; als beide onwaar zijn, is de bewering onwaar. n ≥ 4  ∨  n ≤ 2  ⇔ n ≠ 3 indien n ∈ ℕ.
Universele kwantor voor alle ∀ xP(x) betekent dat P(x) waar is voor alle x. ∀ n ∈ ℕ: n2 ≥ n.
Existentiële kwantor er is een ∃ x: P(x) betekent dat er ten minste één x bestaat zodanig dat P(x) waar is. ∃ n ∈ ℕ: n2 = 4.
()
Precedentie tussen haakjes Bewerkingen binnen haakjes moeten eerst worden uitgevoerd. (8 ÷ 4) ÷ 2 = 2 ÷ 2 = 1, maar 8 ÷ (4 ÷ 2) = 8 ÷ 2 = 4.

Zie ook