ModEst:Computationeel model: verschil tussen versies

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 36: Regel 36:
 
* de resultaten van een [[gevoeligheidsanalyse]] weergeven en bespreken.
 
* de resultaten van een [[gevoeligheidsanalyse]] weergeven en bespreken.
  
Als figuren in deze stap moet je (delen van) ''screen shots'' van Excel-werkbladen opnemen die duidelijk maken hoe het model in Excel is opgezet. Verder moet je bij een dynamische model typisch een [[lijndiagram]] opnemen dat het systeemgedrag in de tijd weergeeft, en bij een probabilistisch model bovendien een [[Staafdiagram#Histogram|histogram]] als om een kansverdeling gevraagd wordt.
+
Als figuren in deze stap moet je (delen van) ''screen shots'' van Excel-werkbladen opnemen die duidelijk maken hoe het model in Excel is opgezet. Verder moet je bij een dynamisch model typisch een [[lijndiagram]] opnemen dat het systeemgedrag in de tijd weergeeft, en bij een probabilistisch model bovendien een [[Staafdiagram#Histogram|histogram]] als om een kansverdeling gevraagd wordt.
  
 
De resultaten van de gevoeligheidsanalyse geef je typisch weer in één tabel. Bij probabilistische modellen voer je de gevoeligheidsanalyse in elk geval uit op het gemiddelde (&mu;); hoe de andere [[beschrijvende statistiek]]en (&sigma;, MIN en MAX) van de uitvoervariabele(n) veranderen bij een verandering in waarde van een invoervariabele kan uiteraard ook informatief zijn.</onlyinclude>
 
De resultaten van de gevoeligheidsanalyse geef je typisch weer in één tabel. Bij probabilistische modellen voer je de gevoeligheidsanalyse in elk geval uit op het gemiddelde (&mu;); hoe de andere [[beschrijvende statistiek]]en (&sigma;, MIN en MAX) van de uitvoervariabele(n) veranderen bij een verandering in waarde van een invoervariabele kan uiteraard ook informatief zijn.</onlyinclude>

Versie van 7 jan 2021 11:45

Werkwijze

  1. Ga na of de conceptualisatie en operationalisatie goed zijn uitgevoerd.
    Controleer in elk geval of elke modelvergelijking vergelijkingen|correct genoteerd is en dimensioneel klopt.
  2. Zet alle onder elkaar (in Word of Powerpoint), maak een nieuw Excelbestand aan, en kopieer de vergelijkingen als afbeelding in het Excelwerkblad.
    InvoerExcelBootje.png
  3. Maak voor elke exogene variabele een invoerveld. Vermeld daarbij de naam van de grootheid, het symbool van de variabele, en de eenheid. Maak m.b.v. kleur duidelijk welke cellen in het werkblad invoervelden zijn. Voer alvast wat realistische waarden in.Zie afbeelding hiernaast voor een voorbeeld.
  4. Bij een dynamisch model:
  • Voeg een apart invoerveld toe voor de tijdstap Δt.
  • Maak onder het invoergedeelte van het werkblad een kolom aan voor de simulatietijd t (typisch kolom A). Zet in de bovenste cel (bijv. A11) de waarde 0, in de cel daaronder de formule =A11+ ... met i.p.v. ... de absolute celreferentie naar de tijdstap Δt. Deze formule kun je dan naar beneden "doortrekken" tot het gewenste aantal tijdstappen.
  • Bepaal welke endogene variabelen tijdsafhankelijk zijn. Geef die ieder een eigen kolom parallel aan de simulatietijd.
  • Label elke kolom met het symbool (en eventueel ook de eenheid) van de betreffende variabele.
  • Maak rechts van de kolommen met dynamische variabelen voor elke statische endogene variabele een cel aan en label die met hun symbool en eenheid. Geef ook deze cellen een kleur zodat duidelijk is dat het uitvoervariabelen zijn. Zie afbeelding hiernaast voor een voorbeeld.
    EndogeenExcelBootje.png
  1. Implementeer de vergelijkingen.
  • Vertaal de wiskundige notatie naar corresponderende formules in Excel. Tip: Noteer eerst op een kladpapiertje een legenda met per variabele de celreferentie (voor de tijdsafhankelijke variabelen de celreferentie voor t=0).
  • Doe dit in omgekeerde volgorde. In dat geval zou je, als je invoerwaarden realistisch zijn, ook meteen realistische waarden moeten krijgen.
  • Controleer meteen of die waarde klopt met wat je o.b.v. de invoerwaarden zou verwachten. Zo voorkom je een hoop zoekwerk later.
  • Bedenk dat voor variabelen die voorraadgrootheden weergeven de beginwaarde voor t=0 ook een invoervariabele is. Geef die cellen daarom dezelfde kleur als de andere invoervelden, en vul een realistische waarde in. Zet de formule voor de vergelijking vervolgens in de rij eronder, en controleer of de berekende waarde realistisch is.
  • Zorg m.b.v copy/paste of "doortrekken" dat voor alle variabelen de eerste 3 tijdstappen worden berekend. Controleer opnieuw of de berekende waarden kloppen. Check vooral of de celreferenties naar statische variabelen blijven kloppen. N.B. Bij copy/paste of "doortrekken" gaat het beslist fout wanneer je geen absolute celreferenties gebruikt!
  1. Visualiseer het dynamische systeemgedrag door de belangrijkste tijdsafhankelijke variabelen in een lijndiagram weer te geven.
  2. GrafiekBootje.png
  • Meestal is een standaard lijndiagram in Excel daarvoor geschikt. Zorg dan wel dat langs de horizontale as de waarden van de simulatietijd t komen te staan i.p.v. de nummers van de tijdstappen. N.B. In het voorbeeld hiernaast was een XY-diagram meer geschikt om de door het bootje afgelegde route te visualiseren.
  • Controleer of het systeemgedrag plausibel is, gegeven de invoerwaarden. Bedenk bij welke parameterwaarden je bijzonder gedrag kunt verwachten (bijv. stroomsnelheid = 0, vaarsnelheid = 0 of koersverandering = 0), bedenk hoe de grafiek er dan zou moeten uitzien, en test die hypothese vervolgens door het model met die invoerwaarden door te rekenen.

Bij implementatie van een probabilistisch model zijn nog extra handelingen nodig:

  1. Run het model een paar honderd keer en verzamel de waarden van elke uitvoervariabele in een gegevensverzameling.
    In Excel doe je dat m.b.v een gegevenstabel.
  2. Voor elke uitvoervariabele:
  • Bepaal de beschrijvende statistieken van deze gegevensverzameling.
  • Geef de gegevensverzameling weer in een histogram zodat de vorm van de kansverdeling zichtbaar wordt.
    Dit hoeft niet voor binaire variabelen. In dat geval is het gemiddelde μ gelijk aan de gevraagde kans.
  • Geef in lijndiagrammen weer hoe μ en σ zich ontwikkelen als functie van het aantal replicaties.

Verslaglegging

§3 Computationeel model moet:

  • logisch voortbouwen op §2 Operationeel model;
  • alle vergelijkingen implementeren in Excel;
  • deze implementatie duidelijk uitleggen (vooral wanneer je daarvoor specifieke Excelfuncties gebruikt);
  • laten zien dat het model voor gegeven invoerwaarden plausibele uitvoerwaarden geeft;
  • de resultaten van een gevoeligheidsanalyse weergeven en bespreken.

Als figuren in deze stap moet je (delen van) screen shots van Excel-werkbladen opnemen die duidelijk maken hoe het model in Excel is opgezet. Verder moet je bij een dynamisch model typisch een lijndiagram opnemen dat het systeemgedrag in de tijd weergeeft, en bij een probabilistisch model bovendien een histogram als om een kansverdeling gevraagd wordt.

De resultaten van de gevoeligheidsanalyse geef je typisch weer in één tabel. Bij probabilistische modellen voer je de gevoeligheidsanalyse in elk geval uit op het gemiddelde (μ); hoe de andere beschrijvende statistieken (σ, MIN en MAX) van de uitvoervariabele(n) veranderen bij een verandering in waarde van een invoervariabele kan uiteraard ook informatief zijn.

Checklist voordat je indient

  • Check ook Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2!
  • Excelmodel is volledig en overzichtelijk, werkt foutloos en geeft plausibele uitvoer.
  • Bij dynamisch model: Systeemgedrag in de tijd wordt gevisualiseerd in lijngrafiek(en) en is plausibel.
  • By probabilistisch model: Excel voert voldoende replicaties uit m.b.v. een gegevenstabel, en berekent beschrijvende statistieken voor de uitvoervariabelen.
  • Tekst maakt duidelijk dat het Excelmodel het operationele model correct implementeert.
  • Tekst maakt overtuigend duidelijk dat m.b.v. het model de onderzoeksvraag kan worden beantwoord.
  • Tekst maakt duidelijk voor welke invoervariabelen het model gevoelig is.

Review

Volg de reviewrichtlijnen voor Stap 3 zoals die op Presto gegeven worden.

Wees specifiek:

  • Illustreer overige kritiekpunten met concrete voorbeelden.

Bezwaar aantekenen?

Wanneer je vindt dat je onjuist bent beoordeeld is het raadzaam om bezwaar aan te tekenen.

Hoe je dat doet staat hier uitgelegd.

Let vooral op of je opvolger de noties "onbruikbaar" en "evidente fouten" goed hanteert, en goed onderscheid maakt tussen "primaire" en "overige" kwaliteiten:

   Specifieke voorbeelden voor Stap 3 

N.B. Als je je bezwaarschrift netjes volgens de richtlijnen indient riskeer je GEEN strafpunten.

Zie ook