ModEst:Conceptueel model: verschil tussen versies

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 41: Regel 41:
  
 
==Bezwaar aantekenen?==
 
==Bezwaar aantekenen?==
 +
# Kritiek op je werk ontvangen is nooit prettig. Neem daarom altijd rustig de tijd voordat je je reactie formuleert.
 +
# Analyseer de feedback van je opvolger. Wanneer die niet puntsgewijs is geformuleerd, onderscheid dan zelf de afzonderlijke kritiekpunten.
 +
# Ga punt voor punt na op welke tekst of figuur in je verslaglegging het punt betrekking heeft.
 +
 +
(nog uit te werken)
  
 
==Zie ook==
 
==Zie ook==
 
* [[ModEst:Verslaglegging#Verslaglegging over Stap 1|Verslaglegging over Stap 1]]
 
* [[ModEst:Verslaglegging#Verslaglegging over Stap 1|Verslaglegging over Stap 1]]

Versie van 1 jan 2021 16:33

Werkwijze

Voorbeeld: systeemschets
Voorbeeld: CRD
Voorbeeld: TD
  1. Lees het vraagstuk aandachtig door.
  2. Stel je voor hoe het systeem er in het echt uitziet. Als je één foto zou mogen maken, wat zou daar dan allemaal opstaan? En vanuit welk perspectief zou je hem nemen (vanaf de grond, luchtfoto)?
  3. Benoem de voor het vraagstuk relevante subsystemen binnen het systeem.
  4. Schets (met de hand op een kladpapiertje) hoe die foto eruit zou zien. Geef de subsystemen iconisch weer (in voorbeeld hiernaast: rivier, bootje, besturing). Zorg dat de samenhang tussen subsystemen vanzelf blijkt uit hun positie in de schets. Gebruik pijlen uitsluitend om dynamiek aan te geven, bijv. de richting van een stroom of beweging, of de toestandsovergang van een subsysteem.
  5. Bedenk dat grootheden per definitie eigenschappen van een (sub)systeem zijn. Schrijf de namen van de relevante grootheden daarom dicht in de buurt van de iconische weergave van het bijbehorende subsysteem.
    In het ideale geval is verder geen tekst nodig. In het voorbeeld hiernaast zie je dat je bij abstracte concepten die niet goed iconisch kunnen worden weergegeven zoals koers en startpunt verduidelijkende tekst mag toevoegen. Gebruik voor zulke tekst een ander en kleiner lettertype dan voor de grootheden.
  6. Ga voor de benoemde grootheden na of ze exogeen zijn, of het voorraadgrootheden zijn, en of ze tijdsafhankelijk zijn. Dit is mede bepalend voor hoe je ze in een schema weergeeft.
  7. Kies voor hetzij een causalerelatiediagram hetzij een voorraad-stroomdiagram om de verbanden tussen de grootheden weer te geven.
    Het voorbeeld hiernaast laat zien dat je ook in een CRD de voorraadgrootheden expliciet moet aangeven.
  8. Als om een cybernetisch model wordt gevraagd, bepaal dan onder welke condities er "regeling" moet plaatsvinden, en met welke grootheden je die regeling kunt weergeven. Als die regeling simpel is (bijv. AAN/UIT) dan voegt een toestandsdiagram niet héél veel toe, maar een TD laat wel mooi zien onder welke condities welke regeling plaatsvindt.
    In het voorbeeld hiernaast zie je dat de condities in woorden beschrijven dat wanneer de afwijking te groot wordt de koers met ±β moet worden bijgesteld, en anders onveranderd moet blijven.

Verslaglegging

§1 Conceptueel model moet:

  • de gegeven casus en onderzoeksvraag introduceren;
  • het systeem beschrijven en visualiseren in de vorm van een plaatje waarin de relevante grootheden worden benoemd;
  • alle relevante grootheden en relaties definiëren en schematisch weergeven in de vorm van één of meer conceptuele modellen;
  • duidelijk maken dat de onderzoeksvraag m.b.v. de gekozen concepten beantwoord kan worden.

Dit laatste punt wordt vaak vergeten, maar is belangrijk. Om te beargumenteren dat je conceptualisatie goed is moet je als het ware "vooruitkijken" in de modelleercyclus: je moet duidelijk maken dat in de volgende stappen de afhankelijke variabele(n) inderdaad (in de loop van de tijd t) o.b.v. de onafhankelijke variabelen berekend kunnen worden.

Checklist voordat je indient

  • Precieze bronvermelding voor alle geciteerde afbeeldingen.
  • Geciteerde afbeeldingen UITSLUITEND afkomstig van beeldbank.rws.nl, flaticon.com (vermeld de maker!), openclipart.org, pexels.com, pixabay.com, en rgbstock.comgeen afbeeldingen of pictogrammen uit Word of Powerpoint!
  • Alle grootheden in systeemschets staan ook in schematisch conceptueel model (en vice versa).
  • Namen van grootheden zijn goed gekozen (test: "De (naam) neemt toe" moet correct en betekenisvol Nederlands zijn).
  • Geen variabelen in schema's (die behoren tot het operationele model).
  • Tekst maakt duidelijk dat conceptueel model beantwoording van de onderzoeksvraag mogelijk maakt.

Review

Volg de reviewrichtlijnen voor Stap 1 zoals die op Presto gegeven worden.

Wees specifiek, d.w.z.

  • benoem de grootheden en relaties die ontbreken terwijl ze wel relevant zijn,
  • benoem de grootheden en relaties in het conceptuele model die niet relevant zijn, en
  • beargumenteer waarom ze (niet) relevant zijn.
  • Illustreer overige kritiekpunten met concrete voorbeelden o.b.v. het werk van je voorganger.

Bezwaar aantekenen?

  1. Kritiek op je werk ontvangen is nooit prettig. Neem daarom altijd rustig de tijd voordat je je reactie formuleert.
  2. Analyseer de feedback van je opvolger. Wanneer die niet puntsgewijs is geformuleerd, onderscheid dan zelf de afzonderlijke kritiekpunten.
  3. Ga punt voor punt na op welke tekst of figuur in je verslaglegging het punt betrekking heeft.

(nog uit te werken)

Zie ook