ModEst:Verslaglegging

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Je verslaglegging van stappen in een modelleerestafette moet functioneel zijn. In vier woorden is dat: volledighelderbeknoptsober

  • Volledig: De verslaglegging moet alle noodzakelijke onderdelen bevatten; welke dat zijn staat op Presto per stap aangegeven, en wordt verderop in dit artikel nog eens herhaald.
  • Helder: Tekst en figuren moeten precies duidelijk maken wat je bedoelt. Je doelgroep is eerstejaars TB-studenten, dus ga uit van dat kennisniveau. Zorg dat de lezer je modelleerkeuzes (systeemafbakening, relevante factoren en relaties, keuze van variabelen en eenheden, experimenteel ontwerp) kan begrijpen. Bouw je tekst betogend op: formuleer nette volzinnen, logisch gegroepeerd in alinea’s.
  • Beknopt: Houd je tekst zo kort als mogelijk is zonder onvolledig of onduidelijk te worden. Beperk je tot wat de lezer moet weten over de casus, jouw modelleerkeuzes en modeluitkomsten. Uitleg van begrippen, notaties en technieken die op de wiki worden uitgelegd is dus overbodig. Geef resultaten van je experimenten liever weer in één tabel en/of één lijndiagram met daarin de belangrijkste uitvoervariabele(n) i.p.v. elk experiment apart.
  • Sober: Houd je Word-document zo eenvoudig mogelijk. Het gaat primair om de inhoud; de vorm moet ondersteunen. Concreet betekent dat: géén voorpagina of titelblad, géén inhoudsopgave, en ook niet alvast de kopjes voor de nog ontbrekende hoofdstukken. Uiteraard wél meteen een volledige bronnenlijst aan het einde.

Om te voorkomen dat deelnemers per ongeluk het verkeerde bestand uploaden controleert het Presto-systeem of het ingediende Word-documenten bepaalde hoofdstuktitels en trefwoorden bevat, en of de hoofdstukken wel tekst bevatten. Zorg dus dat je verslaglegging de standaardstructuur heeft: per estafettestap één hoofdstuk met precies de bijbehorende titel.


Verslaglegging over Stap 1

§1 Conceptueel model moet:

  • de gegeven casus en onderzoeksvraag introduceren;
  • het systeem beschrijven en visualiseren in de vorm van een plaatje waarin de relevante grootheden worden benoemd;
  • alle relevante grootheden en relaties definiëren en schematisch weergeven in de vorm van één of meer conceptuele modellen;
  • duidelijk maken dat de onderzoeksvraag m.b.v. de gekozen concepten beantwoord kan worden.

Dit laatste punt wordt vaak vergeten, maar is belangrijk. Om te beargumenteren dat je conceptualisatie goed is moet je als het ware "vooruitkijken" in de modelleercyclus: je moet duidelijk maken dat in de volgende stappen de afhankelijke variabele(n) inderdaad (in de loop van de tijd t) o.b.v. de onafhankelijke variabelen berekend kunnen worden.

Verslaglegging over Stap 2

§2 Operationeel model moet:

  • logisch voortbouwen op §1 Conceptueel model;
  • alle relevante grootheden en relaties representeren in de vorm van consistente modelvergelijkingen;
  • deze vergelijkingen duidelijk uitleggen;
  • voor elke variabele een geschikte eenheid definiëren;
  • laten zien dat de vergelijkingen dimensioneel kloppen;
  • laten zien dat m.b.v. deze vergelijkingen de onderzoeksvraag kan worden beantwoord.

Ook nu is het laatste punt weer belangrijk. Je kunt beargumenteren dat je operationalisatie goed door aan de hand van een modelschema duidelijk te maken dat de modelvergelijkingen inderdaad vanuit de in de onderzoeksvraag gegeven exogene variabele(n) via interne variabelen (in de loop van de tijd t) de gevraagde uitvoervariabele(n) berekenen.

Verslaglegging over Stap 3

§3 Computationeel model moet:

  • logisch voortbouwen op §2 Operationeel model;
  • alle vergelijkingen implementeren in Excel;
  • deze implementatie duidelijk uitleggen;
  • laten zien dat het model voor gegeven invoerwaarden plausibele uitvoerwaarden geeft;
  • de resultaten van een gevoeligheidsanalyse weergeven en bespreken.

De figuren in deze stap zullen hoofdzakelijk (delen van) screen shots van Excel-werkbladen zijn, en vooral ook grafieken zijn.

Verslaglegging over Stap 4