Oefeningen:Operationeel model

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Oefeningen bij het artikel Operationeel model

Herhalingsvragen

Meerkeuzevragen

  1. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) Een operationeel model bestaat uit operaties in een computer.
    (ii) Een operationeel model kan uit een wiskundige formule bestaan.
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.

Oefenopgaven

  1. Schrijf elk van de volgende modellen uit als een vergelijking. Klik op om het antwoord te zien.
    • De netto contante waarde (NCW) van een reeks cashflows CFt (t = 0, ..., N) bij een rendementseis r.
      NCW = ΣtN=0 CFt / (1+r)t
    • De verkeersstromen die volgens het gravitatiemodel tussen twee steden A en B plaatsvinden als die op dAB km afstand van elkaar liggen en resp. PA en PB inwoners hebben.
      VAB = α (PAPB) / dAB2
    • De opwaartse kracht FA die volgens de Wet van Archimedes op een in een fluïdum ondergedompeld lichaam wordt uitgeoefend.

      FA = ρf · V · g

  2. Voer op elk van de hiervóór genoemde modellen een dimensieanalyse uit.