Modelleren
Modelleren is het maken van een model.
Bij het modelleren wordt de werkelijkheid altijd geanalyseerd en in meer of mindere mate vereenvoudigd door te abstraheren, te selecteren en te idealiseren.
Analyseren
Analyseren betekent dat je een systeem (per definitie een deel van de werkelijkheid dat je in zijn geheel beschouwt) ontleedt door binnen dat systeem subsystemen, factoren en relaties te benoemen.
Selecteren
Selecteren houdt in dat niet alle systeemeigenschappen worden meegenomen in het model; bijvoorbeeld:
- de breedte van gangpaden wordt wel meegenomen, maar de kleur van de vloerbedekking niet;
- de benzinekosten voor een auto wel, maar de kosten voor APK-keuringen niet;
- het uurgemiddelde van de windsnelheid wel, windstoten niet;
- het model kijkt niet verder dan drie jaar vooruit.
Abstraheren
Abstraheren betekent dat een systeemeigenschap abstract wordt weergegeven: in schemavorm, als variabelen, enz.; bijvoorbeeld:
- een gebouw wordt weergegeven als een rechthoek in een plattegrond;
- de snelheid wordt gerepresenteerd met de variabele v;
- een bezoeker van een winkelcentrum wordt weergegeven als een rood cirkeltje;
- de mening van deelnemers aan een enquête wordt weergegeven met verschillende smileys.
Idealiseren
Idealiseren betekent dat concepten of relaties vereenvoudigd worden, bijvoorbeeld:
- bij toepassing van de wet van Ohm wordt de weerstand constant verondersteld, hoewel deze van de temperatuur afhankelijk is;
- het aantal leden van huishoudens worden gemodelleerd met een uniforme verdeling op het interval [1, 4];
- de verkeersdrukte op een rijksweg wordt gemodelleerd met een sinusfunctie;
- de bevolkingstoename wordt constant verondersteld.
⊕ Etymologie
Het woord analyseren komt uit het Grieks: ἀναλύω (analuō) "ontrafelen, onderzoeken", uit ἀνά (ana) "op" + λύω (luō) "losmaken".
Het woord abstraheren komt uit het Latijn: abs "vanaf" + trahere "trekken"