Eenheid
Een eenheid is de maat waarmee een grootheid gemeten wordt. In de wetenschap wordt hiervoor het SI-eenhedenstelsel gebruikt, met eenheden als de meter, de seconde, de newton en de hertz. Het aantal eenheden heet de numerieke waarde, die zelf een dimensieloos getal is. De waarde van de grootheid is het product van de numerieke waarde en de eenheid. De grootheid en de eenheid hebben dezelfde dimensie.
Notatie
Om zeer kleine en zeer grote waarden te kunnen uitdrukken met het juiste aantal significante cijfers, worden voorvoegsels gebruikt, zoals μ (micro, 10-6) en M (mega, 106).
Onderscheid tussen kapitalen en onderkastletters (zie ook Representatie van variabelen) is essentieel: "k" is "kilo", "K" is "kelvin", "m" is "milli" of "meter", "M" is "mega"
Bij het weergeven van tijdsduur worden hoge waarden (en teveel significante cijfers) meestal voorkomen door het gebruik van minuten, uren, enz.: 3141 s = 52 min. Alleen bij korte tijden worden voorvoegsels gebruikt, zoals in "ms" (milliseconde).
Als een eenheid voluit geschreven wordt, gebeurt dat in het enkelvoud en in onderkast ('kleine letters'), zelfs als de afkorting van de eenheid een hoofdletter bevat: de eenheid voor frequentie is de hertz, afgekort Hz; de eenheid voor elektrische energie is de kilowattuur, afgekort kWh.