Oefeningen:Computationeel model
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Oefeningen bij het artikel Computationeel model
Herhalingsvragen
- Geef de definitie van een computationeel model.
- Wat verstaan we precies onder implementatie?
Meerkeuzevragen
- Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
(i) Na berekening van een computationeel model hebben de uitvoervariabelen van dat model altijd dezelfde waarde. (ii) Om de waarde van een exogene variabele te bepalen heb je altijd een computationeel model nodig. Alleen (i) is waar. Alleen (ii) is waar. Zowel (i) als (ii) is waar. Noch (i) noch (ii) is waar. - Hieronder staan voor een aantal berekeningen telkens twee Excel-formules. Welke van de twee is correct?
het grootste van twee getallen A en B =MAX(B;A) =IF(A<B;A;B) het kleinste van twee getallen A en B =IF(A>B;B;A) =IF(A<B;B;A) A2 =A^2 =SQR(A) de wortel uit A2 + B2 =ROOT(A^2+B^2) =SQRT(SUM(A*A;B*B)) het aantal bussen met B plaatsen
nodig om A personen te vervoeren=ROUND(A/B) =INT(A/B)+1
Oefenopgaven
- Maak van elk van de voorbeeldmodellen een computationeel model in Excel.