Oefeningen:Parameter
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Oefeningen bij het artikel Parameter
Herhalingsvragen
Meerkeuzevragen
- In de vergelijking voor een vallend voorwerp, s(t) = s0 + v0t – ½gt2, geldt:
s en t zijn variabelen; s0, v0 en g zijn parameters s, t en g zijn variabelen; s0 en v0 zijn parameters s0 en v0 zijn variabelen; s, t en g zijn parameters s0, v0 en g zijn variabelen; s en t zijn parameters - Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
(i) In een computationeel model zijn parameters altijd variabelen. (ii) In een modelschema is elke parameter van het weergegeven model een invoervariabele. Alleen (i) is waar. Alleen (ii) is waar. Zowel (i) als (ii) is waar. Noch (i) noch (ii) is waar.