Oefeningen:Beschrijvende statistiek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Oefeningen bij het artikel Beschrijvende statistiek
Herhalingsvragen
- Welke vier statistieken zeggen iets over de spreiding van een gegevensverzameling?
- Wat is het verschil tussen de mediaan en de modus?
- Welke statistiek is per definitie gelijk aan het 50e percentiel van een gegevensverzameling?
Meerkeuzevragen
- Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
(i) Van de waarnemingenreeks ( 1, 2, 3, 3, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 ) is 4 de modus. (ii) Hoe groter de variantie, des te groter de standaardafwijking.
Alleen (i) is waar. Alleen (ii) is waar. Zowel (i) als (ii) is waar. Noch (i) noch (ii) is waar.
- Wat is de mediaan van de waarnemingsreeks ( 1, 4, 1, 5, 7, 2, 9, 2, 1, 3 )?
1 2 2,5 3,5
- Als V1 en V2 gegevensverzamelingen zijn met exact hetzelfde gemiddelde μ, maar verschillende varianties σ1 en σ2, waarbij σ1 < σ2.
Welke van de volgende twee uitspraken zijn dan zeker waar?(i) Het maximum van V1 is kleiner dan het maximum van V2 . (ii) V1 bevat meer elementen dan V2.
Alleen (i) is waar. Alleen (ii) is waar. Zowel (i) als (ii) is waar. Noch (i) noch (ii) is waar.