Oefeningen:Discretetijdmodel

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Oefeningen bij het artikel Discretetijdmodel

Herhalingsvragen

Meerkeuzevragen

  1. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) Als Δt = 1 is de tijdstap dimensieloos.
    (ii) In een discretetijdmodel moet de tijdstap heeltallig zijn (dus Δt ∈ ℕ).
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.

Oefenopdrachten

  1. Herschrijf de volgende differentiaalvergelijking, die de afname van de waterhoogte h in een leeglopend bad beschrijft (en waarin C een constante is), in de vorm van een differentievergelijking:
    dh/dt = – C·h½