Oefeningen:Modelleren

Oefeningen bij het artikel Modelleren

Herhalingsvragen

1. Waarom moet je een systeem analyseren om het te kunnen modelleren?
2. Wat selecteer je tijdens het modelleren?
3. Wat is het verschil tusen abstraheren en idealiseren?

Meerkeuzevragen

1. Kies de juiste benaming voor onderstaande voorbeelden.

   In een model van voorraadbeheer wordt ervan uitgegaan dat de voorraad slechts één keer per dag verandert.	abstractie	selectie	idealisering
   In een model van goederentransport worden de informatiestromen niet meegenomen.	abstractie	selectie	idealisering
   De tweede wet van Newton wordt geformuleerd als F = m·a.	abstractie	selectie	idealisering
   In een model van een windmolenpark worden de windmolens als stipjes weergegeven.	abstractie	selectie	idealisering
   In een model van files op de weg wordt gekeken naar verkeersstromen (aantal auto's per tijdseenheid), niet naar de afzonderlijke auto's.	abstractie	selectie	idealisering

Oefenopgaven

1. Geef van de modellen in onderstaande figuur aan wat/hoe de modelmaker heeft geselecteerd, geabstraheerd en geïdealiseerd wanneer je weet dat
   • model (a) de chemische structuurformules zijn voor twee sterk kankerverwekkende policyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), namelijk 3,4-benzpyreen en 1,2,5,6-dibenzanthraceen
   • model (b) een mogelijke organisatie van zendmasten voor mobiele telefonie weergeeft
   • model (c) een keynesiaans model van een gesloten economie met overheidssector is
   • model (d) een schematische weergave van een massa-veer-dempersysteem is waarvan de specifiek eigenschappen zijn gekwantificeerd
   
2. Geef voor elk van de voorbeeldmodellen aan welke keuzes door de modelbouwer zijn gemaakt bij het vereenvoudigen van het systeem. Maak daarbij onderscheid tussen selecteren, abstraheren en idealiseren.