Cybernetisch model
In een cybernetisch model wordt een systeem geregeld op basis van terugkoppeling. De werkelijke uitvoer wordt, door een comparator, vergeleken met de gewenste uitvoer (set point), en op basis van het verschil wordt het systeem bijgeregeld.
Het principe wordt in heel veel systemen gebruikt.
Voorbeelden
Thermostaat: Een thermostaat meet hoeveel de temperatuur van een ruimte afwijkt van de gewenste waarde en stuurt op basis daarvan de verwarming of de koeling aan.
Balanceren: Als je op één been staat, controleren je hersenen voortdurend via je ogen, je evenwichtsorgaan en de positiesensoren in je voet of je nog voldoende rechtop staat. Het bijregelen gebeurt door de spieren in je voet, je been, je armen, enzovoorts.
Evolutie: Evolutie is een biologisch voorbeeld van een cybernetisch model met terugkoppeling op een relatief lange tijdschaal. Door de selectie van de genen die het best met de (door de omgeving opgelegde) gewenste eigenschappen overeenkomen, past een soort zich aan.
Centrifugaalregelaar: In molens en stoommachines wordt het vermogen geregeld door een ronddraaiende centrifugaalregelaar (zie foto rechts). Gaat de molen of de machine harder draaien, dan gaan de bollen door de snelheid verder naar buiten, en daardoor wordt de snelheid geregeld.
Onderwijs: Met behulp van vragen aan de leerling wordt bepaald of de leerstof begrepen is. Zo niet, dan wordt extra uitleg gegeven.
Kun je je aan de hand van deze voorbeelden nog geen goed beeld vormen van een cybernetisch model? Lees dan de voorbeelden op de Engelse Wikipedia-pagina.
⊕ Etymologie
Het woord cybernetisch gaat terug op het Griekse κυβερνήτης (kubernètes), dat door Homerus zo'n 2900 jaar geleden werd gebruikt in de betekenis stuurman op een schip. Plato gebruikte het 400 jaar later al in overdrachtelijke zin voor iemand die aan het roer van een regering staat.