Oefeningen:Causalerelatiediagram

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Oefeningen bij het artikel Causalerelatiediagram

Herhalingsvragen

  1. Geef drie voorbeelden van vragen die je met behulp van een causalerelatiediagram over een systeem kunt beantwoorden.
  2. Wat zegt een cykel in het diagram over het systeemgedrag?
  3. Geef een concreet voorbeeld van een beïnvloedingsrelatie tussen twee grootheden die niet goed door een + of − kan worden weergegeven.

Meerkeuzevragen

  1. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) Een causalerelatiediagram is een dynamisch model.
    (ii) Een causalerelatiediagram kun je als voorschrijvend model gebruiken.
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.
  2. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) Een causalerelatiediagram mag geen factoren bevatten.
    (ii) De knopen (ovalen) in een causalerelatiediagram moeten grootheden weergeven.
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.
  3. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) De pijlen in een causalerelatiediagram geven correlaties weer.
    (ii) De pijlen in een causalerelatiediagram leggen verband tussen drie concepten.
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.