Oefeningen:Modelschema

Oefeningen bij het artikel Modelschema

Herhalingsvragen

1. Wat is de algemene vorm van een modelschema?
2. Wat is het verschil tussen afhankelijke en onafhankelijke variabelen?
3. Wat is het verschil tussen endogene en exogene variabelen?

Meerkeuzevragen

1. Welke van onderstaande beweringen m.b.t. een modelschema is waar?

   (i)	De pijlen in het schema geven een relatie weer tussen het model en de variabelen in dat model.
   (ii)	Alle relaties in het schema worden door pijlen weergegeven.

   Alleen (i) is waar.

   Alleen (ii) is waar.

   Zowel (i) als (ii) is waar.

   Noch (i) noch (ii) is waar.

2. Welke van onderstaande beweringen m.b.t. een correct ingevuld modelschema is waar?

   (i)	Elke endogene variabele is een afhankelijke variabele.
   (ii)	Elke verklarende variabele is een onafhankelijke variabele.

   Alleen (i) is waar.

   Alleen (ii) is waar.

   Zowel (i) als (ii) is waar.

   Noch (i) noch (ii) is waar.

3. Welke van onderstaande beweringen m.b.t. een correct ingevuld modelschema is waar?

   (i)	Elke onafhankelijke variabele is exogeen.
   (ii)	Elke verklaarde variabele is endogeen.

   Alleen (i) is waar.

   Alleen (ii) is waar.

   Zowel (i) als (ii) is waar.

   Noch (i) noch (ii) is waar.

Oefenopgaven

1. Benoem de concepten en relaties die door een modelschema worden weergegeven.
2. Bepaal voor elk van de voorbeeldmodellen welke variabelen invoervariabelen, interne variabelen, en uitvoervariabelen zijn. Geef vervolgens het model weer in de vorm van een modelschema.