Multicriteriamodel
Een multicriteriamodel wordt gebruikt om een belisser te helpen bij het kiezen uit verschillende alternatieven. De basisvorm van elk multicriteriamodel is die van een tabel waarin elk alternatief een eigen kolom heeft en elk criterium een eigen rij.
Canonieke voorbeelden
Als voorbeeld gebruiken we hier de zelfde situatie als bij de doelenboom: een bedrijf is op zoek naar een geschikte vestigingslocatie. De vijf criteria in de onderstaande modellen zijn afgeleid uit deze doelenboom. De alternatieven (locatie A t/m D) en de data in de effectentabel zijn fictief.
Effectentabel
Een effectentabel geeft van elk alternatief de verwachte effecten weer door per criterium aan te geven wat de verwachte waarde van dat criterium zou zijn als dat alternatief zou worden gekozen en uitgevoerd. Dit multicriteriamodel geeft dus antwoord op de vraag "Wat gebeurt er als ik voor alternatief X kies?"
In onderstaande effectentabel geven de waarden in de kolommen A t/m D de verwachte toestand aan van het systeem nádat het betreffende alternatief is uitgevoerd.
Merk op: In een effectentabel worden de waarden van de criteria kwantitatief (= als een hoeveelheid) weergegeven in de eenheid waarin die waarden kunnen worden gemeten. Alleen als je de waarde van een criterium niet in een standaardeenheid kunt uitdrukken, of de waarde ervan niet precies genoeg kunt voorspellen mag je voor dat criterium een kwalitatieve schaal gebruiken. In dit voorbeeld is voor geluidhinder gekozen voor de ordinale schaal licht–matig–ernstig omdat geluidhinder niet objectief te meten is. Was het criterium geluidsniveau geweest, dan had de standaardeenheid dB(A) gebruikt moeten worden.
Score card
Een score card is in wezen niets meer dan een ingekleurde effectentabel. Een slimme inkleuring van de tabel op basis van de criteriumwaarden maakt de zeggingskracht van een effectentabel veel groter. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van de "stoplichtmetafoor": De kleur groen wordt dan geassocieerd met "gaan!" (doen!) terwijl de kleur rood wordt geassocieerd met "stop!" (niet doen!). Kleurschakeringen tussen groen en rood in (geelgroen, geel en oranje) geven aan of je dichter bij "doen!" of "niet doen!" zit.
Door in de effectentabel per criterium (rij) de alternatieven (kolom) met de gunstigste waarde groen te kleuren, die met de ongunstigste rood, en de overige proportioneel daar tussenin krijg je de volgende score card:
Dankzij de inkleuring zie je nu in één oogopslag dat locatie D het minst gunstig is (nergens groen, en op alle criteria "roder" dan locatie C) terwijl voor locatie B de lichten juist op groen staan behalve qua capaciteit van de toegangswegen. Niettemin geeft een score card nog niet direct antwoord op de vraag "Welk alternatief verdient de voorkeur?"
Merk op:
- Een rode cel in een kolom wil niet zeggen dat het betreffende alternatief niet gekozen mag worden.
- Een score card geeft niet aan of bepaalde criteria zwaarder wegen dan anderen.
- Wel is het gebruikelijk de criteria in volgorde van belangrijkheid te ordenen (met de meest belangrijke bovenaan). In het voorbeeld zou dit betekenen dat Locatie A geschikter is dan locatie B.
SMART-model
Een SMART-model is een eenvoudig (en daarom veel gebruikt) multicriteriamodel waarmee je de voorkeursvolgorde van de alternatieven kunt bepalen door relatieve gewichten toe te kennnen aan de criteria. Een SMART-model is dus een beslismodel: het geeft antwoord op de vraag "Voor welk alternatief zou de beslisser moeten kiezen?".
SMART staat voor Simple Multi-Attribute Rating Technique. Criteria worden gezien als eigenschappen (attributes) van de alternatieven waartussen de beslisser kan kiezen. Het alternatief met de hoogste rating verdient de voorkeur. Die rating is een gewogen somscore:
waarin
GC een gewicht dat het relatieve belang van criterium C uitdrukt (hoe hoger het gewicht, hoe belangrijker het criterium) SC,A de genormeerde effectscore op criterium C van alternatief A (hoe hoger de score, hoe gunstiger)
Merk op: Deze somscore gaat er van uit dat de effectscores genormeerd zijn (en dus dimensieloos). De effectscores uit de effectentabel hebben meestal verschillende eenheden, en dan mag je ze niet bij elkaar optellen.
De onderstaande tabel is een SMART-model dat is gebaseerd op hierboven gegeven effectentabel:
Merk op:
- Zoals te verwachten komt in elke rij met genormeerde scores zowel de waarde 0 als de waarde 1 voor.
- Voor de criteria Afstand tot treinstation en Pachtsom worden hoge scores in de effectentabel juist lage genormeerde scores.
- De voorkeursvolgorde de alternatieven ordent van de hoogste gewogen somscore naar de laagste.
Zie ook
- Beslismodel
- Doelenboom
- Multinomiaal logitmodel
- Tabel
- Oefeningen:Multicriteriamodel
- Deze videoclip op YouTube